Selecteer een pagina

Atelopus

Klompvoetkikkers, (Atelopus) behoren tot een geslacht van kikkers uit de familie padden (Bufonidae).

Het scannen van meer dan 30 jaar oude dia’s haalde een paar foto’s van enkele Atelopus soorten boven water. Nu is het mijn streven om zoveel mogelijk dieren die ik in de loop der tijd zelf heb gehouden of tenminste zelf heb gefotografeerd op mijn website te presenteren. Ik pretendeer nogmaals met mijn website geen encyclopedie na te streven. Mijn foto’s en vooral eigen info zijn mijn toegevoegde waarde op het internet. Soms is die, zoals bij de groene leguanen, zeer uitgebreid en soms zeer beperkt. Niettemin betreft het onderwerp Atelopus wel een paar zeer interessante soorten.

Atelopes varius

Atelopus varius werd vroeger zeer regelmatig aangeboden. Foto: Brian Kubicki.

Er zijn zo’n 80 soorten die ondanks dat ze kikkers worden genoemd eigenlijk tot de padden behoren. Een aantal soorten is al langere tijd niet meer gezien en men vermoedt dat een deel hiervan inmiddels helaas reeds is uitgestorven Een deel van deze sterfte wordt toegeschreven aan het zogenaamde kikkervirus: Sinds enige tijd is bekend dat een schimmel waar de amfibieën in alle stadia gevoelig voor zijn, kikkers over de gehele wereld aantast en doet sterven. De naam van deze schimmel is Batrachochytrium dendrobatidis. Er is wel een behandeling tegen in de vorm van een antibioticum, maar het is onmogelijk om alle amfibieën daar mee in contact te brengen. Wat wel gebeurt is dat kikkers uit de natuur worden gevangen en in gevangenschap worden nagekweekt om dat de nakweek met het antibioticum te behandelen waardoor de resistent worden tegen de schimmel. Daar zijn aantoonbaar goede resultaten mee geboekt.

Een van de bekendste Atelopus soorten is Atelopus zeteki, de zogenaamde Gouden Pad van Panama. Dit dier is de nationale trots van Panama en staat voor welvaart en geluk. Ze werden vroeger wel gevangen en gehouden in hotels en restaurants, om toeristen te trekken. Deze soort is in de afgelopen eeuw met meer dan 80% in aantal in de natuur teruggelopen en er werd zelfs gevreesd dat de soort zou zijn uitgestorven. Momenteel worden ze in fokprogramma’s bij verschillende dierentuinen over de wereld gekweekt.
De Gouden Pad van Panama moet niet worden verward met de Gouden Pad van Costa Rica (Bufo periglenes), deze pad is vrijwel zeker uitgestorven en werd sinds 1989 niet meer gezien. Datzelfde leek het geval te zijn voor de Harlekijnpad (Atelopus varius) die ook niet meer te vinden zou zijn. Inmiddels zijn er weer wat kleine populaties bekend, maar deze soort is ook uitermate bedreigd. Ik weet nog dat je ze vroeger regelmatig in de handel aangeboden zag en ik heb ze toen ook wel gehouden. Een rood-geel-zwarte variëteit. Helaas heb ik daar om een of andere reden geen foto’s van gemaakt.

Atelopus varius

Een andere variëteit van Atelopus varius in Panama. Foto: Tom Biesot.

Atelopus varius

en nog een !! Foto: Tom Biesot.

Gouden Pad van Costa Rica

Een heel bijzonder plaatje, de Gouden Pad van Costa Rica, in amplexus, misschien zullen we dit dier nooit meer in de natuur tegen komen. Foto: Tom Biesot.

Atelopes zeteki

Bijna even bijzonder is dit plaatje van Atelopus zeteki. Foto: Tom Biesot.

Over de naam van de kikker hierboven heb ik contact gehad met Loek van der Klugt. Loek is een kenner op het gebied van heel veel terrarium onderwerpen. Hij schreef mij het volgende en stuurde mij twee foto’s. Hieronder rechts de foto die hij maakte hij maakte van een klompvoetkikker die hij en Hans van der Hoeven in 1995 aantroffen in het Trésorreservaat op de Montagne de Kaw in Frans Guyana. Volgens Joep Moonen, de toenmalige beheerder van het reservaat, zou het gaan om Atelopus franciscus (Lescure, 1974). In dezelfde periode vonden Hans en Loek in de buurt van Cayenne een klompvoetkikker met helder gele rug en roze buik. Die voldeed helemaal aan het verwachtingspatroon van Atelopus flavescens (Duméril & Bibron, 1841), de typesoort van het geslacht. Loek ging er dus vanuit dat Joep wel gelijk zou hebben. In februari 2006 vonden Lotty Sonnenberg en Loek aan het eind van het Kawgebergte op de Montagne Favard een aantal Atelopus flavescens die net zo geel waren als die welke Hans en Loek eerder in de buurt van Cayenne aantroffen. Naar aanleiding van de info van Marga Born is Loek nu toch gaan twijfelen. Evengoed als Atelopus flavescens variabel (gele rug normaal, donkere rug met tekening als variatie) zou kunnen zijn, kan dat gelden voor Atelopus franciscus (nogal uitgesproken rugtekening zoals op de foto van Born en minder uitgesproken op de foto van Loek).

Atelopus flavescens

Atelopus flavescens. Foto L. v.d. Klugt.

Atelopus flavescens 2

Atelopus flavescens Duméril & Bibron, 1841 is de typesoort van het geslacht. Foto: Lotty Sonnenberg.

Atelopus flavescens 3

Atelopus flavescens een andere kleurvarieteit. Foto: Loek v.d. Klugt.

Atelopus flavescens 4

Atelopus flavescens. Foto: Loek v.d. Klugt.

Atelopus flavescens

Tekst: Atelopes flavescens.

Ik ben in het bezit van een uitgave van Marga Born: Reptiles and Amphibians of nouragues, French Guiana. Een fotoboek van haar, 2e druk 1996, zo te zien een eigen uitgave, maar met bijzonder fraaie en verhelderende foto’s. In dat boek vond ik o.m. twee foto’s (hieronder), met bijbehorende tekst.

Atelopus flavescens 6

Atelopus Flavescens, Marga Born.

Atelopus flavescens 7

Atelopus franciscus, Marga Born.

Tekst Atelopes franciscus

Atelopus flavescens 7

Atelopus flavescens: het aanmerkelijk grotere vrouwtje.

Op grond van bovenstaande denk ik dat de foto’s die ik ooit heb gemaakt toch Atelopes flavescens betreffen. Hieronder nog 2 foto’s.

Atelopus flavescens 6

Atelopus flavescens: het kleinere mannetje.

Atelopus ignescens 1

Atelopus ignescens, wel bijzonder om foto’s te hebben gemaakt van een soort die er nu kennelijk niet meer is. Heel duidelijk een pad-achtige.

De Jambato pad (Atelopus ignescens), ook wel zwarte Andespad, was endemisch in de bergbossen in enkele valleien van de Andes in Ecuador. Vroeger kwam hij daar op veel plaatsen (Paramo de Guamaní) in grote aantallen voor. Echter sinds 1988 wordt hij daar niet meer gezien. In 1999-2001 werden er nog enkele uitvoerige onderzoeken naar deze soort gedaan. Olaf Pronk weet te melden: “Ze waren toen enorm algemeen in droog grasland onder het overhangende gras in ijskoud, stromend water. Ik heb begrepen dat de soort inmiddels volledig uitgestorven zou zijn volgens I.U.C.N., door de Chytrid schimmel. Heel triest dus.”

Atelopus ignescens 2

Atelopus ignescens, ook wel zwarte Andespad, als bij vrijwel alle padden: in amplexus.

Atelopus spumarius

In Suriname op de Browsberg (500m) vonden Lotty en Loek van der Klugt de zwart met geel getekende Atelopus spumarius hoogmoedi. Foto: Loek v.d. Klugt.

Atelopus spumarius 2

Tot slot nogmaals: Atelopus spumarius.

Atelopus spumarius heeft een groot verspreidingsgebied: Brazilie, Colombia, Ecuador, Frans Guyana, Brits Guyana, Peru en Suriname. In Ecuador en Peru lijken de populaties ook sterk afgenomen. Bij kikkerliefhebbers is er veel belangstelling voor Atelopus soorten. Toch mag nog steeds worden gesteld dat ze niet gemakkelijk zijn. Zou dat wel zijn dan zouden er veel regelmatiger nakweekdieren worden aangeboden.

Aanvulling Loek van der Klugt: Wat de houdbaarheid en het kweken van Atelopidae betreft, kan worden opgemerkt dat de meeste soorten tamelijk koel gehouden moeten worden. Veel soorten komen uit de Andes of uit nevelwoud. Daar hebben zij te maken met koude nachten dan wel over het geheel lage temperaturen. Atelopus flavescens en waarschijnlijk ook Atelopus franciscus vormen daarop een uitzondering. Dat zijn zogeheten laaglandsoorten. In hun boekje ‘Harlekinfrösche der Gattung Atelopus’ (1988; ISBN 3-9801853-0-3) bevelen Ralf Heselhaus en Matthias Schmidt voor Atelopus flavescens dagtemperaturen tot 27-28 °C en nachttemperaturen 20-23 °C aan. Voor Atelopus ignescens liggen die temperaturen op maximaal 20, respectievelijk 15 °C. In dezelfde biotopen als Atelopus flavescens trof ik ook Dendrobates tinctorius aan. Op de Browsberg (500m) vonden Lotty en ik de zwart met geel getekende Atelopus spumarius hoogmoedi.
De kweek is voor de amateur erg lastig tot vrijwel onmogelijk omdat de dieren in de voortplantingstijd in massa bij elkaar komen en de eieren worden afgezet in vrij koele beken. Volgens genoemd boekje zou de kweek van Atelopus flavescens echter al gelukt zijn. Atelopus franciscus noemen zij niet.

Translate »