Een paar jaren geleden zag je opeens allerlei leuke dierfiguurtjes op de markten verschijnen die gesneden leken uit een soort paddenstoelen die volgens zeggen als parasieten op andere bomen groeiden. Veel van de gesneden figuren waren hagedissen en kikkers en schildpadden. Een enkele keer ook mensfiguren of mythische figuren. Elk stuk hout heeft een andere vorm, waardoor elk gesneden exemplaar een uniek kunstwerk is. Inmiddels is deze hype weer een beetje voorbij en nu worden deze werkjes vaak aangeboden als zijnde iets bijzonders. Er moeten bij de diverse Nederlandse huishoudens echt honderden van deze beeldjes terecht gekomen zijn. Opmerkelijk en kenmerkend voor deze beeldjes is dat aan de onderzijde van het kunstwerkje de structuur van de parasiet, zoals deze op zijn gastheer heeft vastgezeten bewaard is gebleven.
Onlangs werd ik er door Henk de Zeeuw op attent gemaakt dat het snijwerk van de Chinaberry (op Bali; jempinis genaamd en op Java; mindi kecil) van het hout van de boom zijn gemaakt en niet van de (half-) parasiet. Het zijn de takken waar de parasiet zich op bevond en waar de boom heeft geprobeerd de plant in te kapselen of te omgroeien. De parasiet (benalu) is de loranthus, vergelijkbaar met onze maretak.
De beeldjes zijn dus gesneden uit het hout waarop een (half)- parasitaire plant groeit op de in Bali voorkomende Chinaberry boom (Melia azedarach). Deze parasiet veroorzaakt dat het hout van zijn gastheer vervormt tot paddenstoelachtige uitstulpingen. Als verkoopargument wordt nu vermeld dat de koper van dit Balinees kunstvoorwerp meehelpt om de oude Chinaberry bomen een lang en parasietenvrij leven te bezorgen, wat dus niet klopt als de boom zelf voor de werkstukjes wordt gebruikt.
De Chinaberry boom is bekend onder allerlei verschillende namen: witte ceder, Chinaberry boom, kraalboom, cape lila en op Bali: Texas paraplu, Ceylon ceder, Syringa en Malai vembu. De naam kraalboom dankt hij aan het feit dat uit het hoogwaardige kwaliteitshout van de Chinaberry zowel kralen en knopen worden vervaardigd.
Chinaberry boom is de informele naam voor de Indische sering, die inheems is in Australië, China en India. Het hout van deze boom wordt op de markt gebracht onder verschillende namen: cederhout, Perzische Lilac, Bead Tree, en Ceylon Cedar. De plantenfamilie waartoe de Chinaberry boom behoort is Meliaceae, een familie waartoe ook mahonie behoort.
De Chinaberry boom is een seizoenplant die in de rustperiode zijn bladeren verliest. Eenmaal volgroeid, kan hij tot tien meter hoog worden, maar er zijn exemplaren bekend in de regenwouden van Australië die wel 45 meterhoog zijn. De boom kan bloeien met zoetgeurende lila of paarse bloemen. Uiteindelijk krijgt hij veel besachtige harde vruchten die door veel soorten fruitetende vogels graag worden gegeten. De bloemen verschijnen meestal gelijktijdig met de bladeren. Ze groeien in losse, tot 30 cm lange pluimen, die de geur hebben van seringen. De afzonderlijke bloemen zijn 2 cm breed en bestaan uit vijf lichtlila kroonbladeren en een donkere roodviolette buis van meeldraden in het midden van de bloem. De vruchten zijn goudgeel, bolvormig, 1,5 cm groot, giftig en bevatten een harde pit. Ze blijven na het uitvallen van de bladeren aan de boom hangen en drogen dan langzaam in.
Hoewel de vrucht van Chinaberry boom geliefd is bij vogels, zijn zowel het fruit en als het blad giftig voor de mens. Ze bevatten gifstoffen die het zenuwstelsel aantasten en zelfs dodelijk kunnen zijn. Toch werden deze stoffen vroeger in medicijnen verwerkt tegen baarmoederkrampen en menstruatiepijn. Gomhars en zaadolie zijn enkele van de stoffen die medicinaal worden toegepast.
De Chinaberry boom is in Amerika ingevoerd en in sommige andere landen met een gematigd klimaat. Aanvankelijk als een sierboom, later ook voor het hout. In sommige landen kunnen jonge planten en zaden nog steeds worden gekocht. Vanwege de giftigheid worden ze wel als schadelijke beschouwd op de plaatsen waar deze boomsoort zich in Amerika heeft gevestigd. Het is een woekerende boom die de neiging heeft zich snel te verspreiden en is dan heel moeilijk uit te roeien.
Het hout van het Chinaberry boom is van hoge kwaliteit. Het is goed te verwerken en geeft planken die bijzonder duurzaam zijn en weinig gevoelig voor aantasting door schimmels en bacteriën. Van het roodachtige hout worden meubels en muziekinstrumenten gemaakt. Voordat de kunststof kralen op de markt verschenen, werden de harde zaden van de Chinaberry boom vaak gebruikt als kralen voor het maken van kettingen. In Europa gebruikten monniken de zaden om rozenkransen van te maken.
Ik ben nog op zoek naar een plaatje van deze boom met de parasieten er op. Mocht iemand mij die kunnen leveren dan houd ik mij van harte aanbevolen.