Selecteer een pagina

Garuda

Garuda (ook: Garoeda)

Garuda nr 001

Deze Garuda is nog niet zo heel erg oud, hoewel hij imposant oogt is hij betrekkelijk grof maar toch gedetailleerd uitgewerkt. Het uiteindelijke resultaat na het snijden is zwart gemaakt. Alle te verwachten elementen: Garuda, Vishnoe, de slangen en de schildpad, zijn weer aanwezig. Met circa 50 cm. is het de grootste Garuda in mijn collectie.

De Garuda is in de hindoeïstische mythologie een mythisch wezen, half mens, half vogel (adelaar). Hij dient als rijdier voor de god Vishnoe. De Garuda’s zijn ook een klasse goden (of bovennatuurlijk wezen) in het boeddhisme en het hindoeïsme. Hij is ook de Koning der vogels en is een nakomeling van Kasyapa en Winata.
Hij is daarnaast de aartsvijand van slangen, dit trekje heeft hij overgenomen van zijn moeder, die ooit ruzie heeft gehad met een andere bijvrouw en haar meerdere, Kadru, de moeder aller slangen, die de oerslang vertegenwoordigt.
De Garuda is de Maleise vorm van de feniks.
Zowel Thailand als Indonesië hebben de Garuda als nationaal symbool.

De gloed van Garuda is oogverblindend waardoor de goden abusievelijk dachten dat hij Agni was, de vuurgod en waardoor ze hem aanbaden. Garuda wordt vaak afgebeeld als een wezen met kop, bek, vleugels en staart van een arend. Nochtans heeft hij de romp en de ledematen van een mens. Hij heeft een wit aangezicht, rode vleugels en een goudkleurig lichaam.

Hij heeft een zoon die Sampati wordt genoemd. Zijn gemalin is Unnati of Winayaka. Volgens de Mahabharata, gaven zijn ouders hem de vrijheid om mensen op te peuzelen, hij mag echter geen brahmanen verslinden. Eens had hij een brahmaan en zijn vrouw ingeslikt, maar zijn keel verbrandde waardoor hij hen meteen weer uitbraakte.
Er wordt gezegd dat Garuda ooit het amita (ambrozijn) gestolen had van de goden. Hij gebruikte het als losprijs om zijn moeder te bevrijden van Kadru. Maar Indra kwam erachter en bevocht hem. Indra kon het amita terugwinnen, hij moest dit echter met een hoge tol betalen. Hij werd zwaargewond en zijn bliksemschicht (Wajra) werd vernietigd.

De Garuda is het centrale element in het wapen van Indonesië. De Garuda heeft zeventien veren aan elk vleugel, acht staartveren en 45 nekveren. Samen bij elkaar brengt het de onafhankelijkheidsdag van Indonesië: 17 augustus (de achtste maand) (19)45.
Op de vaandel die de in zijn Garuda houdt, staat: Bhinneka Tunggal Ika. Wat “Eenheid in verscheidenheid” betekent.

De geschiedenis van Garuda Indonesia is nauw verbonden met die van de Republiek Indonesië. Als het vlaggenschip van het nieuwe land werd het een symbool voor de strijd om haar onafhankelijkheid van het Nederlandse koloniale bewind. Op 26 januari 1949 voerde een Douglas DC-3 haar eerste vlucht uit onder de registratie RI-001, wat tegelijkertijd het eerste Indonesische vliegtuig was dat door het luchtruim vloog. Het vliegtuig werd geschonken door het volk uit Atjeh in de strijd om onafhankelijkheid en werd genoemd naar een berg uit die provincie, Seulawah. Die datum wordt officieel herinnerd als de oprichting van de luchtvaartmaatschappij Garuda Indonesia, dat haar eerste vlucht onder die naam uitvoerde op 1 maart 1950. Aan het einde van 1949 werd een triomfvlucht uitgevoerd van Jogjakarta naar Jakarta met aan boord de eerste president van de nieuwe republiek: Soekarno.

Info Wikipedia, klik: (hier)

Het middendeel van een Garuda beeld

Garuda beelden zijn er in alle soorten en maten, van steen, van hout, nu ook van kunststof, blank, natuurlijk hout, geverfd, uit 1 stuk, uit meerdere delen. Ik verzamel zelf uit 1 stuk natuurlijk hout gesneden, niet al te grote beelden.

Een oude Garuda van djati-hout.

Deze Garuda is veel ouder en vreselijk mooi en gedetailleerd. Naar schatting 1930-1940. Een barst hier of daar is onvermijdelijk. Het gaat hier om natuurlijk materiaal.

Garuda nr 004

Een wat kleiner exemplaar Garuda.

Garuda
Toen – lang geleden – de vogel Garuda uit zijn ei kroop, had hij meteen honger. Hij zei tot zijn moeder: “Geef me te eten.” Zijn grote moeder zag haar zoon staan. Hij was sterk en groot als een berg. Ze zei: “Mijn zoon, een honger als die van jou kan ik onmogelijk stillen. Ga naar je vader, Kasyapa, die woont aan de oever van de rivier Lauhitya; hij eet weinig en denkt veel na. Vertel hem wat je wilt en doe wat hij je zegt; dan zal je honger gestild worden.”

Garuda vertrouwde op haar woorden en vloog snel als de wind naar de oever van de Lauhitya. Daar zag hij zijn vader, de grootste der zieners, gloeiend als het vuur. Garuda maakte een diepe buiging en sprak: “Ik ben uw zoon, o grote ziel, ik heb honger. Geef me iets te eten.” Kasyapa verzonk in diepe gedachten, herkende in de vogel zijn zoon en zei: “Aan de kust van de oceaan leven honderdduizend slechte inboorlingen. Eet hen op en wees gelukkig. Zij zijn een plaag zoals kraaien op een bedevaartplaats. Maar pas op: een brahmaan houdt zich tussen hen verborgen. Zorg ervoor dat zijn leven gespaard blijft.”

Zo gezegd, zo gedaan, de vogel vrat de inboorlingen op. Maar zonder dat hij er erg in had werkte hij ook de brahmaan naar binnen. Deze bleef in zijn keel steken en Garuda zag geen kans om hem in te slikken noch om hem uit te spuwen. Hij ging naar zijn vader en zei: “Vader, het een of ander schepsel is in mijn krop blijven steken en ik kan er niets tegen doen.” Kasyapa antwoordde: “Heb ik je niet gewaarschuwd? Het is de brahmaan. Had je dat dan nog niet begrepen?” Daarop sprak hij tot de brahmaan: “Kom eruit.” Maar de brahmaan bleef zitten waar hij zat en zei tegen de grote Kasyapa: “Deze inboorlingen zijn altijd mijn vrienden geweest. Het zijn goede lieden. Ik zal met hen meegaan, hetzij naar de hemel, hetzij naar de hel. Als deze vogel mij en mijn vrienden niet vrijlaat, dan zal ik in zijn binnenste sterven. Dit is mijn plechtige belofte.”

Uit vrees dat Garuda brahmanenmoord zou plegen zei Kasyapa tegen zijn zoon: “Spuug die brahmaan en zijn barbaren uit.” Garuda deed wat zijn vader hem bevolen had. Hij spuwde de brahmaan uit en daarna de paria’s, die uit zijn bek rolden en in alle richtingen over bergen en door bossen verdwenen. De vogel zei weer tegen zijn vader: “Ik heb een vreselijke honger.” Kasyapa antwoordde mild: “Ergens in de oceaan leven twee kanjers van wezens, een reusachtige olifant en een schildpad die net zo groot is. Zij zullen jouw honger kunnen stillen.”

een reusachtige olifant en een schildpad die net zo groot is. Zij zullen jouw honger kunnen stillen.

Kasyapa antwoordde mild: “Ergens in de oceaan leven twee kanjers van wezens, een reusachtige olifant en een schildpad die net zo groot is.

Garuda at snel de olifant en de schildpad op.

Garuda at snel de olifant en de schildpad op, maar toen hij klaar was had hij nog steeds honger. Vishnu begreep dat de vogel nog niet genoeg had gegeten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Garuda vloog pijlsnel weg en weldra had hij de olifant en de schildpad gevonden. Hij greep ze in zijn klauwen en vloog ermee als een bliksemschicht door de lucht. Samen met zijn prooi was zijn gewicht nu echter zo groot dat zelfs de hoogste berg hem niet kon dragen. Met de snelheid van een stormwind vloog hij verder en verder. Na tweehonderdduizend mijl streek hij neer op de tak van een reusachtige appelboom. Door het gewicht brak de tak af. Bang dat het vallende gevaarte op aarde koeien en brahmanen zou doden, ving de sterke vogel de vallende tak op.

De god Vishnu, die de vorm van een gewoon mens had aangenomen, was op dat moment in de buurt. Hij zag de grote vogel met al zijn lasten door de lucht cirkelen en zei: “Vogel, wie ben je en waarom vlieg jij hier rond met die enorme tak en die reusachtige olifant en die grote schildpad?”

“Ik ben Garuda, de zoon van Kasyapa. Het is de beschikking van het lot geweest dat ik als een vogel geboren ben. Ik vlieg hier rond met deze twee wezens op zoek naar een plek waar ik ze kan opeten. Aarde, bergen noch bomen kunnen me dragen. Van grote hoogte zag ik in de verte een appelboom staan. Ik landde op een van zijn takken en wilde net aan mijn maal beginnen toen de tak afbrak. Nu vlieg ik ermee rond uit vrees dat wanneer de tak valt, hij miljarden koeien en brahmanen zal doden. Ik ben ten einde raad.
Wat moet ik doen? Waarheen kan ik gaan? Wie of wat zal mijn gewicht kunnen dragen?”
Hierop antwoordde de god: “Strijk neer op mijn arm en eet die schildpad en olifant van je op.” Garuda zei: “De hoogste berg kan me niet houden, dus hoe zou jij dit wel kunnen doen. Wie, behalve Vishnu, zou mijn gewicht kunnen dragen?” – “Een wijs mens volbrengt zijn taak, doe jij wat je te doen staat. Als je klaar bent zul je weten wie ik ben.”

De vogel keek de man aan, dacht even na en terwijl hij zei: “Zo zal het zijn,” streek hij op zijn krachtige arm neer. Deze bewoog niet onder het gewicht van de vogel. Garuda liet de tak in de bergen vallen. Toen die de grond raakte beefde de gehele aarde met haar bossen en al haar bewoners.

Garuda at snel de olifant en de schildpad op, maar toen hij klaar was had hij nog steeds honger. Vishnu begreep dat de vogel nog niet genoeg had gegeten en hij zei: “Eet het vlees van mijn arm, dan zul je tevreden zijn.” Garuda begon hongerig van het overvloedige vlees van de arm te eten. Hoe hij ook at, er verscheen geen wond. De wijze vogel vroeg aan Vishnu: “Wie ben jij en welke wederdienst kan ik jou bewijzen?”

De god sprak: “Weet dat ik Vishnu ben, gekomen om jou een gunst te verlenen.” En om zijn woorden kracht bij te zetten liet hij de vogel zijn ware vorm zien; gekleed in het geel, donker als een regenwolk, stond hij daar schitterend, met vier armen waarmee hij een schelp, een knots, een discus en een lotus vasthield. Toen Garuda dit zag boog hij: “Waarmee kan ik u van dienst zijn, opperste wezen?”

Vishnu, de god der goden zei: “Wees mijn rijdier, dappere vriend, voor nu en voor altijd.” Daarop antwoordde de vogel: “Ik voel me begenadigd, o heer van de goden. Mijn bestaan heeft goede vruchten opgeleverd nu mijn ogen u aanschouwd hebben.”

• * * EINDE * * *

Voor u gelezen in de Volksverhalen Almanak
Verhalen en sprookjes van de wereld
Klik: (hier)

Garuda nr 005

Oude, bijzonder fraai gesneden Garuda die ik in Leiden ophaalde.

Vanwege de leeftijd loopt er door de schildpad een droogtescheur.

 

Garuda nr 007

Deze Garuda staat hierboven ook al eens afgebeeld bij de inleiding.

 

Garuda nr 011

Een wat ouder beeld van Coromandelhout (1940). Hoewel ieder beeld weer anders wordt uitgevoerd, is de basissamenstelling steeds hetzelfde: 4 hoofdfiguren: Vishnoe gezeten op Garuda, en onder de slang en de schildpad.

 

Garuda nr 012

beeld is ook van Coromandel, in principe precies dezelfde uitbeelding als het beeld links hiernaast, maar een totaal andere interpretatie. De schildpad en de slang zitten in een soort grot. Ook dit beeld is oud.

 

Fraaie teakhouten Garuda met drie gekroonde slangen en de bekende schildpad.

Fraaie teakhouten Garuda met drie gekroonde slangen en de bekende schildpad. Dit beeld is volledig gaaf. Zowel de slangen als de Garuda hebben hun oorspronkelijke tong. De staart van de Garuda is gesloten. Dit beeld is 32 cm. hoog. Leeftijdschatting: rond 1950. Kleine droogtescheuren.


Moderne Garuda

Deze veel modernere uitvoering van Garuda is met 60cm. hoogte en 20cm. breedte een van mijn grotere Garuda beelden. Dit beeld staat op een losse bodemplank, die dus geen deel uitmaakt van het Garuda beeld zelf. De Garuda is ook een totaal andere interpretatie dan de oude Garuda uitvoeringen, hoewel ook daar grote verschillen te zien zijn.


Garuda wordt ook heel vaak solitair afgebeeld. Hier een betrekkelijk klein beeld, hoogte 20 cm van Coromandel. Het is een detailfoto van het beeld hier linksonder, bijzonder fraai fijn uitgewerkt.

 

Garuda nr 016

De fraai uitgewerkte solitaire Garuda van hardhout.

Garuda nr 017

Van dit soort Garuda’s werden er vele duizenden gemaakt voor de toeristenindustrie op Bali en omgeving, ze zijn leuk, maar missen de perfectie van het beeld hiernaast en zijn ook niet gemaakt van hardhout.

 

Deze garuda is wat grover uitgewerk, maar heel indrukwekkend

 

Met 52 cm. behoort deze Garuda tot de grootste in mijn collectie.

 

Deze fraaie Garuda was beschadigd toen ik die kreeg. Ik heb met name de bek van Garuda hersteld.

Deze fraaie Garuda was beschadigd toen ik die kreeg. Ik heb met name de bek van Garuda hersteld.

 

Garuda nr 061

Dit is een zwaar coromandel houten Garuda. Bij dit beeld dat fraai is uitgewerkt zijn alle elementen weer aanwezig.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Garuda en de slangen: Daarop antwoordde Wisnu: “Dat is waar. Je hebt gelijk, Garuda, vergeef mij. Wil jij mij de gunst verlenen om mijn rijdier te worden?” Dat wilde Garuda eigenlijk liever niet, maar hij had Wisnu eenmaal beloofd om hem een gunst te verlenen, dus moest hij zich aan zijn woord houden. Daarom stemde hij erin toe en werd Wisnu’s rijdier. Nu trad Indra naar voren om Garuda te eren, want zijn wapens hadden de vogel niet kunnen verwonden. “Vergeef mij, Indra,” zei Garuda, “dat er zelfs geen veer gevallen is. Daarom zal ik u een van mijn vleugels schenken, als eerbewijs aan u, om de heilige kracht van uw wapens niet te beschamen.” En dankbaar namen de goden de prachtige vleugel in ontvangst en gaven deze de naam Suparna. Toen drukte Indra hem op het hart het levenswater toch vooral niet aan de slangen te geven, omdat zij zich fel verzetten tegen de goden. Garuda zwoer een plechtige eed dat hij dat niet zou doen: “Indra, vrees niet, ik zal geen misbruik maken van het levenswater. Het dient enkel om mijn moeder te kunnen loskopen.”

Na deze woorden te hebben gesproken begaf Garuda zich op weg naar de plaats waar de slangen zich bevonden. “Ziehier, o slangen, mijn buit uit het godenverblijf!” sprak hij. “Dit is de losprijs voor mijn moeder. Van nu af aan zal zij niet langer jullie slavin zijn. Echter, er is een ding dat ik jullie moet zeggen voor ik wegga. Voordat jullie het levenswater mogen drinken, moeten jullie je eerst reinigen.” Daarop vertrok Garuda met zijn moeder en bracht haar terug naar het hemelrijk.

Ondertussen verheugden de slangen zich erop dat ze weldra onsterfelijk zouden zijn. Geen van hen wilde achterblijven bij de anderen en daarom gingen ze allen tegelijk weg om zich te reinigen in de rivier. Toen ze daarmee klaar waren en terugkeerden op de plaats waar ze het levenswater hadden achtergelaten, zagen ze tot hun grote schrik dat de kruik met levenswater was verdwenen. Indra had van hun afwezigheid gebruik gemaakt om de kruik terug te halen. Diep teleurgesteld keken ze om zich heen. Wat nu? Toen ontdekten ze enkele overgebleven druppels van het levenswater op het gras en ze likten het eraf. Omdat het gras zo scherp was sneden zij hun tong en sinds die dag hebben de slangen dan ook een gespleten tong. En het gras was heilig, want het was geraakt door het levenswater. En Garuda? Die was teruggekeerd naar de hemel en zijn heilige kracht was nu nog groter, want hij had zijn moeder verlost.

Toen Winata deze woorden had gesproken zegende ze haar zoon en Garuda begaf zich op weg naar het eiland dat zijn moeder hem wees. En hij verslond alle bewoners; mannen, vrouwen en kinderen, maar de priester en zijn vrouw liet hij ongemoeid. Toen vloog hij weer op, maar hij was nog niet geheel verzadigd en ging daarom naar zijn vader, die hij vroeg om al wat eetbaar was. “Mijn zoon,” sprak Heer Kasyapa, “er zijn twee koningszonen, genaamd Wibhawasu en Supratika, die beiden zeer hebzuchtig zijn. Toen ze de erfenis van hun vader verdeelden wilde Wibhawasu geen genoegen nemen met de helft, want hij was bang dat zijn broer hem niet voldoende zou eren. In jaloezie vervloekte hij zijn broer: “Je zult een olifant zijn.” En Supratika veranderde in een reusachtige olifant. Die sprak echter op zijn beurt een vloek uit over zijn broer en riep: “Jij bent wreed, Wibhawasu. Een schildpad zul je zijn!” En Wibhawasu veranderde in een reusachtige schildpad. Tot op de huidige dag vechten ze met elkaar en veroorzaken daarmee heftige opschudding tussen alle levende wezens. Eet deze dieren om je taak te kunnen volbrengen.”

Voor de bron van dit verhaal en het totale verhaal klik: (hier)
Uit: Volksverhalen Almanak: Garuda en de slangen

Begin november zag ik op Marktplaats een prachtig beeldje aangeboden. Omdat het een van eerste advertenties in de betreffende rubriek was, heb ik gelijk even gekeken bij “bekijk alle advertenties” van deze aanbieder wat er nog meer aangeboden werd. Tot mijn verbazing vond ik naast een hoop andere snuisterijen nog twee leuke Indische houtsnijwerken, waaronder een hartstikke gave oud uitziende kleine Garuda. Helaas heb ik maar een beperkt budget voor de aanschaf van houtsnijwerken, dus ik moest hopen dat deze zaken niet al te veel moesten kosten. Doordat er een mobiel nummer vermeld stond kon ik bellen en ik kreeg de aanbieder aan de telefoon. De man vertelde mij dat hij een betrekkelijk laag bedrag wilde hebben voor alle drie de beelden. Hoewel dat vrijwel mijn gehele budget was zag ik mogelijkheden om dit cluster te kopen en door verkoop van 1 of meerdere stukken mijn geld weer terug te krijgen. Ik ben dus als een haas naar Leiden gegaan om de beelden te halen. In Leiden moest ik even zoeken, maar al gauw kwam ik er achter dat ik al eerder op dat adres was geweest voor de gele Garuda die ook op deze pagina staat en die ook tot een van mijn mooiste stukken behoort. Eenmaal binnen bleek dat al deze Indische spullen van de vader van de aanbieder waren geweest en dat hij nog meer dozen van zijn vader had staan waarvan hij niet wist wat er nog in zou zitten. Al pratende verkocht hij me ook nog een oud Indisch kruidnagelbootje voor 15 euro waarvan hij mij verzekerde dat hij ze eerder wel eens voor 150-200 euro aangeboden had gezien en dan nog niet eens van deze kwaliteit. Thuis gekomen heb ik de kleine Garuda, waarvan u hier de foto’s ziet afgebeeld, opgeknapt en bij mijn collectie gezet. Uiteindelijk is het ondanks dat het betrekkelijk klein is nu een van mijn mooiste en meest bijzondere Garuda’s. Het vrouwenbeeldje en het bootje heb ik te koop aangeboden om mijn geld zo gauw mogelijk weer terug te hebben. Dat bleek geen probleem, want het vrouwenbeeldje werd diezelfde dag nog door mij voor een mooi bedrag verkocht. Het was dan ook best een heel mooi ding.

De Garuda hieronder kocht ik via Marktplaats en volgens de aanbieder is dit een behoorlijk oud exemplaar. Het had enkele beschadigingen aan de boven- en ondersnavel, de tong was er uit weg en het was in ernstige mate uitgedroogd, hetgeen enkele droogtescheuren had doen ontstaan. Toen na enige onderhandelingen de koop rond was kreeg ik het beeld keurig netjes, goed verpakt thuisgestuurd. Direct na ontvangst heb ik het beeld goed schoon gemaakt en in de olie gezet, waar het zichtbaar van opknapte en waardoor de kleuren van het hout weer helder opkwamen. Ik heb geen idee welke houtsoort het precies is, maar heb van deze soort al een paar andere beelden ook en bij al die beelden valt het contrast van zwart met de rode kleur er in op. Zo ook bij dit beeld. Wel blijkt dit hout hoe vaak je het ook in de olie zet altijd weer een vrij dof uiterlijk aan te nemen. Kennelijk absorbeert het de olie of de was vrij snel.

Hierna volgen in deze galerij in willekeurige volgorde nog eens AL mijn Garuda beelden:

Translate »