In de loop der tijd heb ik veel verschillende soorten vissen ik mijn aquarium gehouden. Ik heb al eerder gezegd dat ik niet pretendeer een encyclopedie te schrijven. Dat is de reden waarom ik korte beschrijvingen geef van dingen die mij opgevallen zijn met betrekking tot deze vissen. Voor het overige en dus naar meer informatie verwijs ik naar relevante info op het internet. Daarbij probeer ik zoveel mogelijk niet-commerciële websites te gebruiken. Vooral Wikipedia. Soms gaat het om een soort die ik niet zelf heb gehad, maar waarover ik toch iets te melden heb. Het kan best zijn dat ik hier en daar oude namen gebruik. Ik ben er een van de “oude garde” en veel van die oude namen zitten vastgeroest op mijn “interne harde schijf”. Middels even googelen zal het niet moeilijk zijn de nu gangbare wetenschappelijke naam van de betreffende soort te vinden. Namen veranderen soms zo snel dat het voor een normaal oud mens niet meer bij te benen valt, waarvoor mijn excuses.
Elke vis stelt eigen voedingseisen
Verschillende aquariumvissen hebben uiteenlopende voedingseisen. Ook wanneer zij uit dezelfde regio komen, kan de ene aquariumvis vlees nodig hebben voor de weerstand en is de andere soort niet-vleesetend. Zorg er altijd voor dat het aquarium vissenvoer overeenkomt met de vissen die je in het aquarium hebt.
Apistogramma agazissi
Deze vissen leven in kleine stroompjes in het noorden van Zuid-Amerika, de populatiedichtheid kan soms bijzonder hoog zijn. De watersamenstelling moet zacht en zuur zijn. Over het algemeen schuwe vissen die in een gezelschapsaquarium schuilmogelijkheden nodig hebben. Ik heb ze zelf altijd als rustige vissen ervaren die graag in de onderste waterlaag zwemmen. Niet agressief ten opzichte van medebewoners. Het aquarium bij voorkeur niet te druk bevolken. Zelf heb ik nog geen nakweek gehad van deze rode variëteit. Deze soort kan enkele jaren oud worden.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Voor een filmpje klik: (hier).
Apistogramma borelli
Gekweekte varieteit. Lengte 8 cm. De mannetjes hebben meer kleur dan de vrouwtjes, de vrouwtjes zijn iets kleiner en zijn geelachtig van kleur. Vroeger was deze soort bekend onder de naam Apistogramma reitzigi. In het wild blijven ze doorgaans kleiner; de mannen tot zo’n 7 centimeter en de vrouwen tot 4,5 centimeter. Er zijn overigens diverse varianten van deze soort, de gele en blauwe varianten. Gefilmd in een aquarium: Klik: (hier)
Apistogramma cacatuoides
De Papegaai dwergcichlide. Is onder de dwergcichliden een wat groter wordende soort. Ze blijken niet heel erg oud te worden, soms niet ouder dan een jaar. Toen deze soort in mij bak groter begon te worden werd er fanatiek op de aanwezige garnalen gejaagd. Ik zag de populatie garnalen van honderden afnemen naar tientallen. Voor mij was dat reden deze soort weer uit de bak te verwijderen. De garnalenpopulatie groeit nu weer zienderogen.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Apistogramma nijsenii
Van deze soort kunnen de mannetjes een groot territorium bezitten waar meerder vrouwtjes zich in bevinden. Soms wel 5 of 6. Binnen dit territorium hebben deze vrouwtjes dan weer elk hun eigen territorium. De vrouwtjes broeden graag in een hol zoals een omgekeerde kokosnoot of dergelijke. Deze soort kan meerder jaren oud worden. De handel selecteert deze vissen op kwaliteit en de hoogste kwaliteiten kunnen flink duur zijn.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Gefilmd in een aquarium, klik: (hier)
Microgeophagus ramirezi (Het antennebaarsje)
Ik heb deze visjes altijd bijzonder fraai en aantrekkelijk gevonden. Helaas zijn ze heel moeilijk langer dan een half jaar in leven te houden. Het zijn vreedzame rustige visjes die met niet al te drukke andere vissen moeten worden gecombineerd. Deze soort wordt gevonden in water met een pH van 4,5 en een dGH van minder dan 1. Wat het eigenlijk vissen maakt voor een speciaalaquarium. Er vormen zich vaste koppeltjes die op stenen, bladeren, stronken en takken kunnen broeden. In mijn bak heb ik er jongen van gehad, maar die hebben niet langer dan 1 dag rond gezwommen. De volwassen vissen zijn in alle waterlagen van de bak regelmatig te vinden.
Een filmpje op het Internet, klik: (hier) in de natuur: (hier).
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Barbus oligolepis.
Het Sumatra of eiland barbeeltje. Is afkomstig uit Sumatra en aangezien ik daart ook (Pladjoe 1947) geboren ben heeft dat misschien wat extra band gecreeerd. Het is een aantrekkelijk visje dat al vele jaren in de liefhebberij bekend is. Ze worden een circa 4 cm. De eerste verslagen voeren terug tot 1925. De mannetjes kunnen wanneer zij aan het pronken zijn donkerbruin tot bijna zwart worden. Ze kunnen elkaar dan behoorlijk najagen in de bak. Leuk is dat er in een niet te dicht bevolkt maar wel dicht beplant aquarium regelmatig jongen kunnen worden gevonden. Dat is mij ook herhaaldelijk overkomen. Het is niet echt een scholenvis, maar wel een vis die in groepjes van tenminste een stuk of 8 gehouden moeten worden. Hij houdt zich hoofdzakelijk op in de lagere regionen van het aquarium.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Barbus pentazona.
De vijfstreepbarbeel. Dit aantrekkelijk niet groot wordende barbeeltje heeft iets maar dan Barbus oligolepis de neiging een scholenvis te zijn. Toch verdwalen zij vaak in opgesplitste groepjes door de bak. De mannetjes hebben veel meer rood in zich dan de vrouwtjes en het geslachtsonderscheid is erg duidelijk. De foto’s bewijzen dat. Het is een rustig visje dat overigens tijdens de balts behoorlijk te keer kan gaan. Wanneer de mannen het onderling aan de stok hebben dan kunnen de pronkrituelen wel een uur lang duren. Heel fraai om te zien. Een gemakkelijk te houden visje dat geen problemen oplevert voor de medebewoners in de bak. De vrouwtjes (circa 6cm.) worden wat groter en forser dan de mannetjes (circa 4,5cm.).
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Barbus (Puntius) titeya
De zogenaamde Cherrybarbeel. Staat bekend als een heel rustig visje. Hoeft niet in een grote school te worden gehouden. In dit geval gaat het om de minder bekende groene, in plaats van rode varieteit. Is in mijn aquarium uitermate druk en dominant, jaagt permanent achter de vrouwtjes aan. Staat er om bekend zich in een goed beplant rustig aquarium, spontaan voort te kunnen planten.
Barbus titeya groen, vrouwtje
Voor meer grote foto’s en info klik: (hier)
Carnegiella strigata strigata.
De Marmerbijlzalm. Marmerbijlzalmen zijn echte scholenvissen en het is ook niet goed voor ze om ze als eenling of als stelletje te houden. Het NBAT reglement schrijft voor dat een school uit tenminste 12 exemplaren moet bestaan en voor deze soort sta ik daar volledig achter. De lichtkap moet goed gesloten kunnen worden weant deze vis die van nature uit het water spriongt om eventuele predatoren te ontvluchten, heeft nog al eens de neiging om uit de bak te springen. Het is me meer dan eens gebeurd dat ik er 1 heb moeten redden wanneer ik in de bak bezig was en er weer een eentje op de vloerbedekking lag. Goed in de gaten houden dus. Deze vissen stellen het zeer op prijs wanneer ze zo nu en dan eens worden bijgevoederd met vleugelloze fruitvliegen. Een opmerkelijk en interessant visje. Ik heb momenteel een school van 22 exemplaren.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Colisa chuna
De Honinggurami. Een kleine en naar mijn mening bijzonder fraaie dwergurami. Ik heb er eind december 2008 2 koppeltjes van aangeschaft. In tegenstelling tot C. lalia zijn de mannetjes wel steeds tegen elkaar bezig maar veel minder agressief ten opzichte van zowel elkaar als wel tegenover de vrouwtjes. Tot nu toe geen visje om spijt van te hoeven hebben. De mannen zijn permanent optimaal gekleurd.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Colisa lalia.
De Dwerggurami. Afkomstig van verschillende gebieden in Azie: Indonesië, India en Borneo. Wordt regelmatig in de ondergelopen rijstvelden (Sawa’s) aangetroffen. De foto’s laten zien dat het prachtig gekleurde dieren kunnen zijn. De mannetjes zijn echter vaak wel een zware last voor de vrouwtjes vanwege hun agressieve en opdringerige gedrag. Zeker wanneer ze een nest hebben kunnen ze onrust in de bak veroorzaken. Ze behoren tot de zogenaamde labyrinthvissen. Om een nest te bouwen verzamelt het mannetje overal in de bak algjes, blaadjes en rommeltjes op de foto is goed te zien hoe hij dat tot een nest verweeft.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Dermogenus pusilus.
Het halfsnavelbekje. Halfsnavelbekken zijn typische oppervlaktevissen. Onder normale omstandigheden zie je ze vrijwel nooit in de lagere waterlagen. Van nature eten ze op het water gevallen kleine insecten en kleine waterdiertjes. Jonge vis wordt over het algemeen met rust gelaten. Ze zijn levendbarend. De vrouwtjes (circa 8 cm.) worden aanmerkelijk groter dan de mannetjes (circa 6 cm.).
Voor een YouTube filmpje, klik (hier)
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Epiplatus annulatus.
Het Gele Dwarsbandsnoekje. Bijzonder fraaie, opvallende, oppervlaktevisjes. Ik heb er weinig plezier van gehad doordat ze niet lang in leven bleven en voor zo ver ik kon constateren erg zwak waren. Een aantal is in de aanzuiging van mijn oppervlaktereiniger verdwenen en ik heb er uiteindelijk niet lang plezier van gehad. Ik ben bang dat dit Afrikaanse kilivisje in een speciaalaquarium moet worden gehouden. In ieder geval is mijn bak niet geschikt.
Gefilmd in een aquarium, klik: (hier)
Epiplatys dageti
Het Dwarsbandsnoekje, is een echte oppervlaktevis (5,5 cm.), die een aquarium met veel schuilgelegenheid aan de randen van de bak, bij de wanden van het aquarium op prijs stelt. Deze schuilgelegenheid kan bestaal uit planten die van de bodem tot de oppervlakte reiken, maar vooral ook op de wand gehechte planten zoals Javavaren en vooral ook Riccia. Eenmaal volwassen, zullen deze vissen in een niet te druk aquarium vrijwel probleemloos voor nageslacht zorgen. De jonge vissen zijn vriendelijk en verdraagzaam onder mekaar, maar de volwassen vissen zijn territoriumbewust en zullen regelmatig agressie vertonen. Het is een visje dat niet zo oud wordt. In de praktijk is 2 jaar vaak het maximum. Oppervlaktevissen houden vaak van levend voer en in de natuur jagen ze op kleine insecten die op het water vielen.
Hemigrammus bleheri.
De Roodkopzalm is al heel erg lang een bekende verschijning in het gezelschapsaquarium. Wie aan keuringen meedoet weet dat het wenselijk is om in de middelste regionen van het aquarium een scholenvis te hebben. Een scholenvis is een vis die in aantallen van minimaal 12 moet worden gehouden en die van nature in scholen, grote aantallen, bij elkaar blijft. De roodkopzalm heeft neiging om met elkaar op te trekken en zeker wanneer er enige onrust in het aquarium is zie je dat ze dicht bij elkaar samen zwemmen. Wanneer de rust weerkeert valt de school meestal wel weer wat uiteen, en zeker bij hele grote aantallen, wanneer ze altijd wel ergens soortgenoten zien, dan zal het bij elkaar klitten minder worden. Het is goed om te weten dat er nog twee soorten zijn die heel erg op de roodkopzalm lijken (Hemigrammus rhodostomus en Petitella georgiae) en dat het niet wenselijk is om deze soorten met elkaar te vermengen, dus goed opletten bij de aanschaf van deze visssoort. Het verschil zit in het zwart bij de staart en het rood van de kop. Het is een gemakkelijke, niet veeleisende vis, waaraan veel kijkplezier te beleven valt. Op dit moment heb ik een school van 22 exemplaren in mijn bak.
Hyphessobrycon ecuadoriensis.
Het Colombiazalmpje. Deze vis kwam ik een jaar of tien geleden voor het eerst tegen tijdens het houden van een dia-lezing ergens in het land. Ik kende deze soort toen niet, maar ik was er wel van onder de indruk. Toen ik mijn nieuwe 3 meter bak had ingericht en vissen zocht kwam ik ze bij Romberg in Delft weer tegen en ik heb er toen gelijk 20 aangeschaft. Op zich heb ik daar geen spijt van gehad en hoewel het vissen met stevige tandjes zijn heb ik ze er nooit op kunnen betrappen planten aan te vreten en ik heb ze eigenlijk ook nooit agressief gedrag tegenover andere vissen zien vertonen. Wel heb ik er een periode lang heel veel jongen van in de bak gezien en ik heb er een flink aantal van weg gegeven. Als jonge sissen vertoonden ze fraai schoolgedrag en leken het wel kleine pianha’s. In de loop der tijd heb ik een aantal mindere punten aan deze soort geconstateerd. Om te beginnen werden ze snel “oud” en gesapig. Een aantal exemplaren heeft buikwaterzucht gekregen en heb ik moeten verwijderen. Naarmate ze ouder werden ging het schoolvormende gedrag er in hoge mate af en hingen ze veelal in verschillende groepjes verspreid door de bak rond. Ik was eigenlijk vrij snel uitgekeken op deze vis en heb ze daarna vervangen door Hyphessobrycon pyrrhonotus. Daar heb ik tot nu toe geen spijt van gehad.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Hyphessobrycon pyrrhonotus.
De Roodrugbloedvlektetra. Deze roodrugbloedvlektetra heb ik aangeschaft terwijl ik eigenlijk dacht de gewone bloedvlektetra te kopen. Ik was niet eens op de hoogte van het bestaan van deze soort. Toch viel het me op dat ze “anders” werden. Later heb ik er een koppel gewone bloedvlekken bij gedaan en daar heb ik wel spijt van gekregen want er is een heel duidelijk verschil. Ik moet maar zien dat koppel weer weg te vangen. Opvallend bij deze roodrugbloedvlektetra zijn de reflecterende schubben die spiegelen wanneer de mannen aan het pronken zijn. Voor zover ik het zie wordt deze soort niet zo groot als de gewone bloedvlek. Het is een echte scholenvis die bij elkaar klit onder de beschutting van de beplanting. Slechts enkele momenten van de dag, meestal ’s avonds trekken ze door de bak. Er zijn momenten dat ze volledig verscholen blijven en dan is het net of ze er niet zijn. Het is een tegenover andere vissen uitermate verdraagzame soort. Kijk eens naar mijn filmpje onder aan de pagina “Mijn aquarium”.
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Megalamphodus megalopterus.
De Zwarte fantoomzalm. De zwarte fantoomzalm is ook altijd een visje geweest dat mijn aandacht heeft gehad. Momenteel heb ik een school van circa 12-15 exemplaren. Ook hier moet ik constateren dat het geen scholenvis betreft maar wel een groepsvis die nooit alleen is en altijd bezig. De mannen pronken dusdanig fanatiek met elkaar dat de vinnen regelmatig scheuren. Gelukkig helen deze scheuren weer snel. Wel een visje dat in het oog springt en aandacht vraagt. Uitermate fraaie soort.
Nannostomus beckfordi.
De Beckfordi of: het Gouden penseelvisje. Dit is een visje dat ik ook al ken en waardeer vanaf mijn jeugd. Nannostomus beckfordi is ook weer zo’n echte groepsvis die wel graag soortgenoten om zich heen heeft, maar niet echt in scholen door het aquarium zwemt. 8 tot 12 exemplaren is echt voldoende in een middelgrote tot grote bak. De mannen kunnen urenlang tegen elkaar staan pronken en de meest dominante exemplaren kleuren dan het mooist. Dit is ook weer zo’n visje dat zich gemakkelijk voortplant in het aquarium en een groep vult zichzelf daardoor dan ook regelmatig aan. Een visje dat de moeite waard is om te hebben en te kunnen observeren. Ze zitten graag aan plukjes alg te trekken en ik heb de indruk dat ze daar ook van eten.
Voor meer grote foto’s klik (hier)
Nannostomus mortenthaleri.
De Rode penseelvis. Een van de mooiste penseelvisjes die er worden aangeboden echter ook een van de moeilijkste. Waarschijnlijk een visje dat gehouden moet worden in een speciaalaquarium met donker en behoorlijk zuur water bij een pH van rond de 5. In de praktijk doen ze het enkele weken goed, waarna ze zonder aanwijsbare oorzaak beginnen te sterven. Ik heb besloten ze niet meer in mijn gezelschapsbak te proberen.
Neolebias ansorgii
Een klein blijvend, tot 4 cm. groot worden visje uit Centraal Afrika. Een visje dat vroeger veel gehouden werd. maar “uit de mode” is geraakt. Vraagt een rustige, dicht beplante omgeving en leeft in kleine groepen een verborgen leven. Zeer aantrekkelijke soort. Bedreigd: Red Data list.
Voor meer info en grotere foto’s klik: (hier).
Otocinclus affinis
De Dwergalgeneter. De dwergalgeneter is een heel populair visje. Veel aquariumhouders hebben er een paar van in hun bak. Het zijn zeer nijvere diertjes die de hele dag bezig zijn de planten stronken en ruiten in de bak af te struinen op zoek naar voedsel. Het zichtbaar effect is maar uiterst beperkt. In de natuur zie je dat dit visje in zeer grote groepen bij elkaar leeft en dus zeker tot de tenminste de groeps- maar misschien wel tot de scholenvissen mag worden gerekend. Ze leven graag in stromens water. Zelf heb ik er momenteel een stuk of twintig van in mijn bak. Ik zie ze nooit allemaal bij elkaar, maar wel regelmatig in kleine groepjes van vier tot 6 exemplaren bij elkaar.
Een YouTube filmpje op het Internet, klik: (hier)
Voor meer grote foto’s klik: (hier)
Paracheirodon axelrodi.
De Kardinaaltetra. De kardinaaltetra is een van de meest populaire aquariumvissen en ze worden dan ook vrijwel door iedere handelaar aangeboden. Je vindt ze in de gezelschapsaquaria en in de speciaalbakken die Zuid-Amerika of het Amazonegebied vertegenwoordigen. Eigenlijk zijn het vissen van het donkere water die via de reflecterende oplichtende lengtestrepen contact met elkaar onderhouden. Zo kan de school bij elkaar blijven. In het aquarium zijn de lichtomstandigheden vaak te sterk voor ze waardoor ze zich tussen de planten verschuilen en pas later op de avond tevoorschijn komen. Het is een echte scholenvis en je zou er eigenlijk niet minder dan twintig van bij elkaar moeten hebben. Ik heb ze inmiddels weer uit mijn bak verwijderd omdat ook ik tegen de te grote hoeveelheden licht aanliep en ze daardoor vrijwel niet zag. Het blijft wel een van de mooiere aquariumvissen.
Rasbora heteromorpha.
De Kegelvlekbarbeel, is in mijn beleving een van de oudste aquariumvissen. Ik zie ze nog zwemmen in het aquarium van mijn opa in Apeldoorn. Dat is nu al bijna 60 jaar geleden. Het is een scholenvis, die echt niet als stelletje alleen moet worden gehouden. Ze houden van dichte beplanting en hebben een hekel aan een witte of heel erg lichte boden. Dat geldt eigenlijk wel voor heel veel andere vissen ook. Toch is het niet de gemakkelijkste vis. Vooral wanneer ze net werden aangeschaft zijn ze heel gevoelig voor witte stip en bekschimmel. Vooral die laatste aandoening kan in enkele weken een hele populatie slopen heb ik gemerkt. Maar eenmaal gewend zijn het prachtige vissen en vooral de mannen kunnen prachtig op kleur komen. In een grote bak als de mijn is een school van minsten 20 wel gewenst.
Sawbwa resplendens.
Naaktbarbeel of Naakte rasbora. Geen super opvallend visje maar toch mooi. Ook een bijzonder visje, het is namelijk helemaal schubloos !! Geen vis die als een school met elkaar optrekt. Wel een vis die veel soortgenoten in z’n omgeving op prijs stelt. Een groot verschil tussen mannen en vrouwen waardoor ze aanvankelijk als verschillende soorten werden gezien. Afkomstig uit Birma en behoort tot de endemische vissoorten die in het Inlé-meer in Myanmar voorkomen. Het Inlé-meer ligt bij het stadje Nyaung Shwe in de zuidelijke Shan State. Het meer is 22 kilometer lang en 6 kilometer breed, en ligt op 1000 meter boven zeeniveau. In het totaal zijn er daar al 16 endemische vissoorten gevonden. Een vreedzaam visje, geschikt voor het rustige gezelschapsaquarium of voor een speciaal aquarium.
Sawbwa resplendens, het mannetje Voor grotere foto’s en meer informatie, klik: (hier)
Scleropages formosus.
Osteoglossidae of Arowana’s is een familie van vissen. Ze behoren tot de Beentongvissen. Ze komen voor in Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Australië. Arowana’s leven doorgaans in langzaam stromend en stilstaand water en jagen op vissen, insecten en garnalen. Het zijn muilbroeders: de voortplanting geschiedt door het uitbroeden van eieren in de bek van de ouderdieren. Het zijn vissen die zeer goed kunnen springen, de zilveren arowana zelfs tot anderhalve meter boven het oppervlak. In Zuid-Amerika leven 2 soorten, de Osteoglossum ferreira of zwarte arowana en de Osteoglossum bicirrhossum of Zilveren Arowana.
Voor meer foto’s en informatie over Arowana’s, klik: (hier)
Xiphophorus maculatus.
De Koraalplaty. Een “levend schilderij” in de keuken. Het is al weer een paar jaren geleden dat mijn vrouw Alice opperde dat ze het leuk zou vinden een aquariumpje in de keuken te hebben dat daar de functie zou kunnen vervullen van “levend schilderij”. Nu heb ik inmiddels wel enige ervaring met het snijden en lijmen van glas, dus na de conclusie te hebben getrokken dat de in de handel aangeboden producten of erg duur, of weinig praktisch waren, ben ik zelf maar aan het knutselen geslagen.
Op mijn werk had ik een paar stroken glas zien liggen die me uitstekend van pas zouden kunnen komen en na die te hebben geconfisqueerd hoefde ik er eigenlijk enkel maar een bodem en twee kleine zijwandjes voor te snijden. Het geheel resulteerde in een behoorlijk grote kleine bak, als u begrijpt wat ik bedoel. Een bak van 1.40 meter lang, 12 cm breed en 24 cm hoog. Rare maten maar uitermate geschikt voor het beoogde doel. Net iets meer dan 40 liter, dus wat dat betreft niet veel. Dit bakje heeft al heel wat verschijningsvormen gekend. Er hebben guppen in gezwommen, een periode lang Sumatranen en momenteel is het bakje bevolkt met koraalplaatjes.
Op de bovenranden van de bak heb ik kunststof T-profiel geplakt waar de lichtkap mooi binnen zou blijven vallen en de verlichting bestaat uit een Philips TL-buis van 1.20 meter, kleur 840. Relatief veel licht boven zo’n geringe waterpartij. Daardoor kon ik me ook wel permitteren om dunne perspex dekruitjes toe te passen. Omdat het geheel praktisch en hanteerbaar moest wezen heb ik in het midden van de lichtkap een pvc-buis ingebouwd die kan worden afgesloten met een plastic dop waardoor het voeren van de vissen kan gebeuren zonder de lichtkap op te hoeven tillen. Een kwestie van de dop losschroeven, voeren en de dop weer terug, het werkt in de praktijk uiterst gemakkelijk. Omdat mijn vrouw allerlei beeldjes van heksen verzamelt en er ook in de keuken een paar van die figuren staan, staat er nu 1 keurig met haar rokken over de afsluitdop heen waardoor die prima uit aan het zicht is onttrokken en geen esthetisch obstakel vormt. De randen van het aquarium heb ik met pvc hoekprofiel afgewerkt aan de onderkant met een brede maat en voor de rest wat smaller, maar de grindlaag ligt normaal gesproken netjes verborgen achter het profiel.
Het is een kleurrijk bakje geworden en nadat het heel lang erg onstabiel was en onder allerlei algenexplosies heeft geleden is het nu redelijk stabiel. De koraalplaatjes vermenigvuldigen zich enthousiast en er zitten er van allerlei formaten in. De vaantjesplanten links die momenteel ook uitbundig groeien vormen de kraamkamer voor de plaatjes. De achterwand is om ruimte te sparen gemaakt van een stukje vijverdoek dat ik nog over had na de aanleg van de vijver in de tuin.