Het was begin april 2013 dat ik voor het eerst na lange tijd contact opnam met Jimmy Huybers van de Vogelkelder. Voor die tijd hadden we weleens vage plannen gehad om iets samen te doen, maar dat was er tot dan toe nooit van gekomen. Jimmy was enthousiast over de wijze waarop ik met mijn website omging en hij was graag bereid om een advertentie te sponsoren. Toen deze besprekingen hierover waren afgerond stelde hij mij voor aan zijn vader. Dat werd het begin van een uitermate plezierige relatie.
Hoewel we mekaar tot dan nooit in levende lijve hadden ontmoet, bleek dat we enorm veel raakvlakken hadden en ook veel gemeen-schappelijke vrienden en kennissen. Jan had respect voor mijn reptielenachtergrond en hoewel hij zelf veel meer met vogels bezig was zat er, en dat vond ik wel bijzonder, een enorme overlap in onze beide netwerken. Tijdens de vele gesprekken die we sindsdien hebben gevoerd waren we daar allebei verbaasd over.
Van meet af aan voelden wij een wederzijdse “klik” en vertrouwen ten opzichte van elkaar. Jan vertelde mij allerlei dingen waarbij hij ervan uitging dat ik die voor mij zou houden. Bij dat vertrouwen speelde kennelijk mijn Indische bloed een rol. Jan had door de jaren grote sympathie ontwikkeld voor de oud-Indiëgangers en hij was stomverbaasd dat ik niet bekend was met de muziek van Andy Tielman, waar hij een groot fan van was. Hij moest en zou mij een CD lenen, want hij was ervan overtuigd dat ik die prachtig zou vinden. Hij heeft zich wekenlang rot gezocht naar dat ding en ik ben zelfs een keer met hem mee naar huis geweest om daar nog eens intensief te zoeken, maar hij kon hem echt niet vinden. Pas na weken had hij hem in zijn auto gevonden en mocht ik die van hem lenen. Hij had gelijk, ik vond het prachtige muziek. Later bracht hij de muziek van Solomon Burke ter sprake en hij had alweer gelijk toen hij opperde dat hij die wel bij mij vond passen.
Onze gesprekken werden steeds vertrouwelijker. Regelmatig vertelde hij mij allerlei zakelijke details die nog niet “naar buiten” bekend mochten worden. Vaak stond hij mij toe daar al foto’s van te maken. Jan was een ondernemer in hart en nieren en hij voelde feilloos aan waar kansen en risico’s lagen. Hij kon zich rot ergeren aan ambtenarij en betutteling en hij voelde zich regelmatig verraden door de politiek. Met lede ogen constateerde hij dat zijn geliefde Nederland aan het afglijden was.
Aan het eind van de gesprekken liet hij mij altijd even de vorderingen van de nieuwbouw achter de schermen zien en hij was apetrots op de haven, waar het schip ligt dat hij de “Princess Emely” had genoemd. Ik zag Jan bijna smelten wanneer hij over zijn kleinkinderen sprak en hij was gelukkig dat hij in allerlei opzichten hun opa was. Jan stak zijn trots op zijn zonen Jimmy en Donald ook niet onder stoelen of banken. Hij voelde zich een gezegend man dat zij beiden een gelijkwaardige plek in zijn bedrijf hadden gevonden. Ze verschillen heel erg van karakter, wist hij te vertellen, maar ik voelde zijn geluk toen hij vertelde dat de twee tijdens hun gezamenlijke reis naar Indonesië nog meer naar mekaar toe waren gegroeid. Jan was er ook trots en gelukkig op al zo lang samen met zijn vrouw Emely te zijn. Jan was een echte “familyman”
Wanneer ik mijn gezicht bij Avonturia De Vogelkelder liet zien werd ik door Jan, figuurlijk gesproken, bij mijn nek gepakt en naar de Oehoe gesleept. Daar zaten we dan altijd wel een paar uur te bomen. Wanneer het aan Jan had gelegen was ik er wel een paar kilo’s zwaarder vandaan gekomen. Hij vond het maar niks wanneer ik me weer eens beperkte tot een broodje gezond en een vruchtensapje.
Een paar maanden geleden vertelde hij mij, heet van de naald, dat er darmkanker bij hem was geconstateerd en dat hij toch wel geschrokken was dat het “eind van de rit” daardoor al in zicht kon zijn. Sinds die tijd hebben we wat vaker telefonisch contact onderhouden. Hij vertelde over de chemo’s die hij kreeg en dat de duur van dat traject hem toch wel tegengevallen was. Hij vertelde over de vervelende bijverschijnselen die hij van de chemo kreeg. Hij vond het ironisch dat alle bijwerkingen die in de bijsluiter vermeld stonden kennelijk op hem van toepassing moesten zijn. Hij vond dat hij het maar moest doorstaan, hij had nog veel te veel plannen voor het leven. Hij was ervan overtuigd dat het na de operatie en de chemo allemaal de goede kant op ging. Omdat Jan alle vertrouwen in herstel uitstraalde twijfelde ik er ook niet aan dat het uiteindelijk goed zou komen. Toen ik op 19 september met hem in de Oehoe zat vertelde hij over zijn belevenissen met het Koninklijk Huis en zijn wilde plannen voor de opening van de nieuwbouw. Hij zag de toekomst helemaal zitten.
Op 22 oktober j.l. was ik de laatste keer op bezoek bij De Vogelkel-der en hoorde ik dat Jan thuis zat met heel veel pijn in zijn schouder. Ik belde hem die avond, maar hij nam niet op. Even later belde hij zelf terug. Het gaat niet goed, vertelde hij, en ook dat hij al enkele nachten niet had kunnen slapen van ondragelijke pijn. Er moesten nieuwe onderzoeken worden gedaan. Uiteraard wenste ik hem sterkte en we spraken af contact te zullen houden. Bel gewoon maar als je wilt, besloot hij het gesprek. Dat heb ik gedaan, alleen Jan nam niet meer op. Ik zag wel dat mijn appjes gelezen werden, maar antwoord kwam niet meer. Op 8 november belde ik Donald om te vragen hoe het ging en hoorde ik dat het niet best was allemaal. Op 17 november belde ik Donald nog eens om te vragen hoe het ging. Donald vertelde dat zijn vader gisteren op eigen verzoek was ingeslapen. Hij had zich tot het laatst toe als een held gedragen. Zijn kinderen en kleinkinderen moed insprekend en zijn duim omhoog toen hij zijn laatste spuit ontving. Ik wist toen werkelijk niet wat ik daarop moest zeggen. Ik appte daarom wat later maar: “Ik ben verbijsterd, maar ik wens de hele familie alle sterkte. Bart Laurens.”
De dag van zijn afscheid was qua weer een mooie maar frisse dag. De belangstelling was overweldigend en de herdenking in de aula was indrukwekkend, ontroerend en mooi. Een fijn mens is door een akelige ziekte uit het leven en uit ons midden weggerukt. We zullen Jan missen, ik zal Jan missen. Jan, waar je ook bent, het ga je goed !!
Heel mooi samen gevat Bart, om koude rillingen van te krijgen. Gecondoleerd voor alle familie, vrienden en kennissen,
R.I.P. Jan Huybers
Mooi stuk. Hier haal ik Jan van top tot teen uit. Ook ik heb een stukje over Jan geschreven. Hij heette gewoonweg simpel Jan. Dat rijmt op man en daar kan je bij deze Jan van alles bij bedenken. Zoals een enthousiaste man, een gedreven man, een ondernemende man maar vooral een familieman. Waarvan ik mezelf zo’n krapweg 40 jaar geleden zijn (aangewaaid) nichtje mocht noemen. Er hoeft niet altijd een echte bloedband te zijn om je toch familie van….te voelen. Daarom doet het ook zo zeer dat juist deze man, nog boordevol met ideeën zijn strijd moest opgeven. Ooit in een kelder onder zijn ouderlijk huis aan de Mient begonnen met zijn dierenzaak onder de zeer toepasselijke naam, “De Vogelkelder” zocht hij het, als de nooit stilstaand ondernemer en altijd vooruitkijken, hogerop. Het werd een avontuur wat opgebouwd werd op: ups en downs maar vooral gemetseld met zijn vastberaden wilskracht. Te veel om op te noemen maar uiteindelijk werd zijn avontuur belichaamd in zijn “Avonturia de Vogelkelder” Een gigantisch complex aan de Kerketuinenweg in natuurlijk Den Haag. Want een Hagenaar was hij met hart en ziel. Vaak de strijd met diverse instanties gewonnen voor zijn levenswerk verloor hij nu, omringt door zijn dierbaren, afgelopen woensdag zijn levensstrijd.
Voor al zijn dierbaren hieronder een klein gedichtje aan Jan
Lieve Jan,
Niet zonder strijd ben je heen gegaan maar nu is hij eindelijk toch gestreden
Je hebt altijd voor iedereen klaar gestaan zo was je in heel je leven.
Je levenspad had langer moeten zijn maar het noodlot heeft jou ontnomen
Emely je vrouw, kinderen en kleinkinderen zullen anders in het leven staan want wat hun dierbaar was is van hun weggenomen.
Maar al heb je nu het aards bestaan voorgoed verlaten je laat ze nooit alleen
Want wat zij in jou bezaten blijft altijd om hun heen.
Echt ben weg je niet want in ieders hart, ook het mijne, zal je blijven leven
Dat blijft zolang er mensen zijn die aan je kunnen denken en om je geven.
Pas als er geen mensen op de aarde over zijn dan zal de herinnering doven
Maar dat betekent dat ze op de wind zijn weggedreven naar jou hierboven.
Voor altijd in ons hart.