Mijn tropisch GEZELSCHAPSAQUARIUM (A1) en hoe ik er toe kwam.
Apeldoorn
Mijn vader was beroepsmilitair en dat bracht mee dat wij vaak moesten verhuizen. Ik was 9 jaar toen mijn ouders vanuit Rijswijk Z.H. naar Apeldoorn verhuisden. We gingen daar wonen aan de Kooiweg 82, een straat die destijds een steenworp van het bos vandaan lag. In Apeldoorn, aan de andere kant van de “stad”, in Apeldoorn Zuid, woonden mijn opa en oma van moeders kant. Opa hield in die tijd al een aantal jaren een prachtig tropisch aquarium en was lid van de N.B.A.T. Ik zie bepaalde vissen die hij toen hield nu nog steeds duidelijk op mijn netvlies: Rose tetra’s, citroentetra’s, kegelvlekbarbelen, kuhli’s en diverse levendbarenden. De bak was beplant met nu nog steeds bekende planten zoals Aponogeton crispus, eikenbladvaren (Ceratopteris thalictrioides), mooie grote Cryptocoryne affinis, Cryptocoryne nevelli en Echinodorus tenellus. Ik heb heel wat uren met mijn snufferd voor die bak gezeten en heb in pure verwondering en met bewondering naar al dat boeiende tropische leven gekeken.
Mijn opa was in die tijd lid van de plaatselijke vereniging Natura Docet en hij had zo zijn contacten daar. Op een dag in die tijd wandelde ik daar door de buurt en mijn aandacht werd getrokken door een prachtig aquarium ergens in een woonkamer. Ik was brutaal genoeg om aan te bellen en te vragen of ik mocht kijken en dat mocht. De man bleek een enthousiast aquariaan en secretaris van Natura Docet en hij vertelde met groot enthousiasme over de hobby. Hij merkte dat ik voor zo’n snotjochie kennelijk toch al aardig wat van vissies wist en hij wist mij tot jeugdlid van de club te ronselen. Mijn opa vond dit een positieve ontwikkeling en betaalde mijn lidmaatschap. Wat mij van dat aquarium van die secretaris nu nog bijstaat is een visje dat hij had, waar ik vreselijk van onder de indruk was en waar ik daarna nog lang naar op zoek ben geweest: Neolebias ansorgei. Inmiddels heb ik het bij Romberg in Delft gevonden. Ik was toen 10 jaar en werd dus nu ruim 61 jaren geleden jeugdlid van de N.B.A.T.. Nu ben ik 71 en ik ben altijd en zonder onderbreking lid geweest van de N.B.A.T.. Ik denk dat ik wat dat betreft bij een heel klein gezelschap hoor.
Zo nu en dan kon ik met mijn opa mee naar een lezing of praatavond van de vereniging. In het huis bij mijn ouders aan de Kooiweg 82 mocht ik in de woonkamer zelf een tropisch aquarium hebben en onderhouden . Ik heb daar jarenlang een bakje van 80x40x40cm verzorgd. Het was in datzelfde Apeldoorn waar ik op de heide hagedissen ving en mee naar huis bracht en zo kwam er naast het aquarium ook een terrarium in huis. Weer wat later leerde ik daar Tony Achterkamp kennen, wiens moeder een dierenspeciaalzaak had aan de 1e Wormenseweg en Tony mocht daar voor zichzelf wat reptielen inkopen en verhandelen. Zo kwam ik voor het eerst in direct contact met tropische reptielen. Ik was volledig verkocht! De eerste dieren die ik daar zag waren afkomstig uit de Sonora woestijn: Halsbandleguanen, (Crotaphytus) luipaardleguanen (Gambelia), woestijnleguanen (Dipsosaurus) en Chuckwalla’s (Sauromalus). Ik was diep onder de indruk. In die tijd maakte ik iets later kennis met de eerste daggekko’s (Phelsuma’s) en pijlgifkikkers (Dendobatidae), die Tony inkocht bij Herman Oostveen van De Natuurvriend in Utrecht. In Ermelo zat een importeur: Drs W. de Rover. Die stuurde mij regelmatig zijn prijslijsten. Ik ben daar heel wat keren op mijn brommertje heen getuft en heb daar als jonge jongen wel wat dieren gekocht.
Via een oproep voor het verlenen van hulp bij het reorganiseren van het verenigingsblad van Natura Docet maakte ik kennis met Ger Brons. Ger was een naar Apeldoorn verhuisde Amsterdammer. Hij was fotograaf bij de Apeldoornse krant en een toegewijd aquarium-liefhebber die zijn liefhebberij uiterst serieus nam. Hij was zo’n 13 jaar ouder dan ik. Maar het klikte fantastisch tussen ons. Ik woonde in die tijd door persoonlijke omstandigheden bij mijn opa en oma, en wel in een grote garage, in de tuin. Ik zat minstens 2 of drie keer per week bij de familie Brons thuis en wij boomden en discussieerden en fantaseerden over de hobby. In die tijd dat ik met hem omging behaalde Ger zijn diploma voor bondskeurmeester van de N.B.A.T.. Ook vatte hij het plan op om dia lezingen te gaan houden. Met zijn Rolleiflex SL66 maakte hij mooie dia’s en zette hij 2 lezingen in elkaar. Helaas heeft Ger op jonge leeftijd leverkanker gekregen en hij is inmiddels al meer dan 40 jaar geleden gestorven. Zijn vrouw Tilly, met wie ik tot ook haar overlijden contact had, en ik hebben samen aan zijn sterfbed gezeten. Hij is rustig en berustend heengegaan. Hij was een dierbare vriend en een super maatje in de hobby, die ik NOOIT zal vergeten. Ik mis hem nog steeds.
Met Ger is een belangrijke praatpartner en goede vriend van mij heengegaan. Ik denk nu nog vaak aan de gave gesprekken die ik met hem had. Meestal waren we aan het fantaseren over hoe wij onze vivariumhobby meer inhoud konden geven. Vaak letterlijk en figuurlijk.
Delft: Danio Rerio
Na voor mijn werk een korte periode in Gouda op kamers te hebben gezeten ben ik getrouwd en naar Delft verhuisd waar ik na Natura Docet lid ben geworden van Danio Rerio. Dat is nu ook al zo’n 30 jaar geleden. Toen ik bij Danio Rerio binnenkwam was daar Toon Albers (overl.) als voorzitter actief, altijd bijgestaan door zijn vrouw Magda (overl.). Ik herinner mij de mooie lange smalle bak van Aad en Fery Vermeulen, die ik ook in die tijd leerde kennen, en die ik nog nu steeds tot mijn goede vrienden mag rekenen.
In Delft heb ik de terrariumliefhebberij steeds meer invulling gegeven. Ik was inmiddels ook lid geworden van Lacerta, de Nederlandse Vereniging voor Herpetologie en Terrariumkunde. Vanuit Delft bezocht ik de werkgroepbijeenkomsten van Lacerta die in die tijd voor mijn regio in Diergaarde Blijdorp werden gehouden. Daar leerde ik veel gelijkgestemde mensen kennen.
Tijdens de Lacerta bijeenkomsten was er iemand die regelmatig krekel- en sprinkhanen-overschotten verkocht, die altijd gretig aftrek vonden. Omdat er in die tijd via de reguliere handel eigenlijk niets anders dan enkel meelwormen werden aangeboden was daar altijd enorme belangstelling voor. Die persoon was Arthur Heller, destijds student chemie aan de TU- in Delft. Ik woonde toen 12-hoog aan de Hendrik Tollensstraat 310 en Arthur bleek met zijn vrouw Ria aan de andere kant van de straat aan de Roland Holstlaan te wonen. Samen hebben wij het kweken van krekels en sprinkhanen wat commerciëler opgezet en begonnen wij voedseldieren aan diverse handelaren in reptielen te verkopen. Wij leverden als eersten regelmatig aan Herman Oostveen (Natuurvriend-Utrecht), aan Jacque Leunissen (Amrep-Breda), Van Mourik (Rotterdam) en aan Gerard Danner (Interrep-Den Haag) later is die klantenkring nog aardig uitgebreid. Dat bracht met zich mee dat ik in die tijd wat ruimer in mijn financiële middelen kwam te zitten en ik mij kon permitteren om een Nikkormat met enkele mooie lenzen te kopen.
In die tijd begon ik dan ook met het maken van dia’s van allerlei kruipend gedierte. Als logisch gevolg werd ik gevraagd om hier en daar mijn dia’s te vertonen en voordat ik het echt in de gaten had was ik een veel gevraagd spreker bij aquariumverenigingen van de N.B.A.T. en Lacerta. Tijdens een van mijn eerste lezingen raakte ik in contact met Henk Zwartepoorte (overl.), voormalig dierverzorger bij de reptielenafdeling van Diergaarde Blijdorp, inmiddels gepensioneerd. Ik heb zo’n 30 jaar lang lezingen verzorgd en in 2006 ben ik daar mee opgehouden, nadat ik kort daarvoor ook met het houden van terraria ben gestopt. Ik heb in de loop der tijd vier verschillende diapresentaties ontwikkeld: Terrarium-Allerlei deel 1 t/m 4. Over terrarium houden algemeen, over pijlgifkikkers, over paludaria en nog een algemeen. Inmiddels ben ik dus gestopt met het geven van deze terrarium presentaties en doe ik dat enkel nog heel incidenteel.
In Delft hield ik naast mijn terraria ook een klein maar best fraai tropisch aquarium en daarmee heb ik destijds meegedaan aan de huiskeuring. Ik ben er toen 2e of 3e mee geworden bij Danio Rerio en zelfs 7e in het district. Dat was nog niet zo slecht voor zo’n klein bakkie.
In Delft, en na mijn scheiding in Zoetermeer, heb ik enkele jaren heel intensief groene leguanen gehouden en aangezien dit grote hagedissen zijn die, inclusief lange staart, zo’n twee meter kunnen worden, had ik in de flat voor deze dieren een complete kamer als leefruimte ingericht. In de eengezinswoning waar ik nu woon in Zoetermeer had ik tussen twee kamers een wand uitgebroken en vervangen door glas. Aan de ene kant van het glas zat ik achter mijn bureau. Aan de andere kant liepen de groene leguanen over grote takken en boomstammen die ik zo functioneel en esthetisch mogelijk door de kamer had gedrapeerd en had gedecoreerd met plastic planten. Ik had ze daar in combinatie met rood- en geelpootschildpadden die uit hetzelfde gebied afkomstig zijn. Maar er vlogen ook wat stelletjes Australische vinken. Ik heb van de leguanen eieren en later ook jongen gekregen en ik heb toen een boekje geschreven, dat professor Zwart (Prof. Dr. P. Zwart, emeritus hoogleraar pathologie van bijzondere dieren – Universiteit Utrecht)nog voor mij heeft geredigeerd, dat toen als een soort “standaardwerk” voor het houden en verzorgen van groene leguanen werd beschouwd. Via een oproep in het mededelingenblad van Lacerta heb ik aan de wieg gestaan van de Doelgroep groene leguanen van Lacerta. Deze groep heeft zich voor zover ik heb begrepen inmiddels afgesplitst en functioneert nog steeds want ik zie hem nog regelmatig vertegenwoordigd op tentoonstellingen en beurzen.
Zoetermeer: PaluZee
Inmiddels heb ik heel veel jaren terraria verzorgen achter de rug. Daarnaast ook het Reptilion-project, waar ik afzonderlijk nog het een en ander over zal zeggen. In onze eengezinswoning in Zoetermeer heb ik de zolder als mijn hobbykamer ingericht en daar kan ik mij voor 100% “uitleven”. Ik begon behoefte te krijgen aan een vivarium waar ik actief mee bezig kon zijn, maar ook gewoon een tijdje op mijn gemak rustig naar zou kunnen kijken.
In februari 2007 ben ik weer begonnen met een tropisch gezelschapsaquarium. Mijn oude liefde ! Een grote bak van 3.10 m x 65 cm x 50 cm (lxbxh), gebouwd met hulp van Leo Romberg uit Delft. Het glas kon naar boven worden gebracht tijdens de bouw van een dakkapel. Dat was de enige mogelijkheid om het glas naar de zolder te brengen want die lengten hadden nooit over de trap naar boven kunnen komen. Het glas is spiegelglas van 1 cm dik. Ik heb het zelf met ruw schuurpapier geslepen.
De bak is dus ter plekke in elkaar gezet waarbij zowel beneden als boven extra glazen stabilisatie strips zijn aangebracht. Ook is er in alle hoeken een extra glasstrip gelijmd om de hoekverbindingen extra sterk te maken. Je wilt toch niet meemaken dat er 1.000 liter water via de trappen en plafonds naar beneden komt.
De lichtkap is in twee afzonderlijke delen opgebouwd en scharnierend aan de muur bevestigd. De lichtkap is van binnen geschilderd met witte hoogglanslak voor een maximaal reflecterend effect. Er zijn waterdichte lamphouders gebruikt en de bedrading is weggewerkt in de dubbele deksel van de kap. Dit zogenaamde sandwich principe had ik afgekeken bij Willem van Wezel met wie ik in die tijd contact heb gezocht. Aan beide zijden van het aquarium is circa 8 a 9 cm ruimte voor doorvoeren van slangen en snoeren. Hiervoor heb ik van tevoren al gaten geboord die zo nu en dan aardig van pas blijken te komen.
De achterwanden zijn 3D kunststofwanden van Jewel. Wel duur en dik. Ik denk niet of ik er nu weer voor zou kiezen. In een dicht beplant aquarium als dat van mij, zie je er namelijk vrijwel niets meer van. Een wat dunnere, veel goedkopere zwarte of donkerbruine kunststofwand had net zo goed kunnen volstaan. In een dichtbeplant aquarium geven “doorkijkjes” naar het zwart van de achterwand een sterke dieptesuggestie. De dikte van de wand biedt wel de mogelijkheid om gaten te boren en er de aanzuig- en afvoerpunten van het filtersysteem in weg te werken.
Er staat CO2 op het aquarium, en deze wordt geregeld via een tijdklok en niet meer via een controller. De PH gemiddeld 7. Er kan, indien gewenst, een UV-lamp worden geplaatst in een bypass in het filtersysteem. Hoofdfilter is een Eheim 2080, voor zover mij bekend op dit moment nog het grootste buitenfilter van Eheim en daarnaast staat een Eheim 2213 die de oppervlakteafzuiging aanstuurt. De bak werd aanvankelijk verlicht met 6 Dennerle 58 watt TL’s en 2 58 watt Aquarelle plantenlampen van Philips, geregeld via een Floramate (Jaap Liefting). De Dennerle lampen zijn inmiddels vervangen door 2 rijen Philips TL8 kleur 830, 1 rij 840 en 1 rij Sylvania Aqua Star. Koeling van de lichtkap wordt geforceerd door in elk van de lichtkapdelen aangebrachte computerventilatoren.
Bij de opstart van het aquarium heb ik gebruik gemaakt van kraanwater in combinatie met ongeveer 300 liter osmosewater. Osmosewater kan in eigen beheer worden aangemaakt met behulp van een osmose-apparaat, maar het kan bij de gespecialiseerde aquariumwinkels ook vaak kan en klaar worden gekocht. Zelf haal ik het nu bij een bedrijf in Zoetermeer dat osmosewater levert aan glazenwasser bedrijven, die streeploze resultaten moeten kunnen opleveren. De aanmaak van osmosewater produceert relatief veel afvalwater, soms is het netto resultaat maar een kwart van het oorspronkelijke water. Om de waterkwaliteit in de gaten te houden is het aan te bevelen tenminste het nitraat (NO3) en het Fosfaat (PO4) regelmatig te meten. Met de Redfield Ratio methode is het dan mogelijk de bak te “sturen”. Er zijn speciale meetpennen in de handel voor het meten van de PH en de geleidbaarheid van het water.
Probleem is dat mijn hobbykamer, waar de bak staat een zolderkamer op het zuiden is, waardoor de temperatuur in de bak in de zomer hoog blijft. Meestal zo net onder de dertig graden. Tot nu toe heb ik daar geen nadelige effecten van gezien. De kamer is voorzien van luxaflex die wanneer het zonnig weer is gesloten blijft om rechtstreeks zonlicht in de bak toch enigszins te beperken.
Via gaten door de muur en de kap zijn de dimbare VSA’s aan de andere kant van de muur in de andere zolderkamer aangebracht. Daar zit de FloraMate die er voor zorgt dat de TL traploos van uit naar aan en andersom gaat. Bijzonder fraai effect wat ik iedereen kan aanbevelen. De lampen branden van 10.00u ’s morgens tot circa 18.30u op volle sterkte en nemen daarna in sterkte af. Om 23.30 zijn de lampen echt uit. Met de aanleg van de bedrading heb ik de nodige problemen gehad. Bij het gebruik van de FloraMate is het belangrijk dat de draden die worden gebruikt allemaal ongeveer even lang zijn, anders werkt deze dimmer niet. Ik maak gebruik van dubbele (dus 2x 58 watt) VSA’s, die wat warmer kunnen worden dan de enkele.
Voorts maak ik om een kaamlaag te voorkomen en af te voeren gebruik van een oppervlakte afzuig apparaat. Voor info hierover, klik: (hier)
De bodem is fijnkorrelig (2 mm) grind zonder gebruik making van een voedingsbodem. De voeding is later toegevoegd met behulp van kleikorrels met extra mineralen en spore elementen (Merk: Velda – voor de vijver). Ik bemest de planten regelmatig met ProFito , EasyCarbo en Kalium, dagelijks resp. 20 en 15 ml en geef om de veertien dagen 5 Dennerle ijzertabletten. Deze lossen langzaam op en hebben daardoor een langer werkend effect.
De filter bestaat uit een grote Eheim 2080. In het buizensysteem van deze Eheim zitten de verwarming, de CO2 installatie en via een 2e bypass ook de UV-lamp. Dit veroorzaakt wel de nodige stremming in het filterdoorloopsysteem waardoor de aanvankelijke capaciteit van 1.700 liter/uur waarschijnlijk tot circa een kwart is gereduceerd.
.
Aquariumzaken waar ik regelmatig kom en die deze website ondersteunen zijn: Romberg in Delft en Avonturia De Vogelkelder in Den Haag.
.
De planten in mijn aquarium doen het over het algemeen heel goed en hebben allemaal de neiging rood te kleuren. Er staan circa 30 soorten planten in mijn bak. Ik heb de bak zo veel mogelijk ingericht volgens de principes en voorwaarden van de keurwijzer van de N.B.A.T. en ik doe mee aan verenigings- en districtskeuringen. Tot nu toe heb ik nog niet kunnen doordringen tot de landelijke keuring.
Enkele resultaten tot nu toe zijn:
2007: 4e van Danio Rerio algemeen, en 1e in de A1 klasse.
2008: 2e van het distict Zuid-Holland Noord.
2008: 1e van Danio Rerio algemeen, en 1e in de A1 klasse.
2009: 1e van het distict Zuid-Holland Noord.
2015: 3e prijs Internationale scaping wedstrijd AGA – USA, Dutch Style.
2016, 2017 en 2018: Verenigingskampioen PaluZee Zoetermeer.
2018: 1e prijs Internationale scaping wedstrijd AGA – USA, Dutch Style.
.
Voor meer info klik: (hier)
Voor indrukken betreffende de Aquariumbeurs in Duisburg (Duitsland) d.d. 3 oktober 2009 klik: (hier).
Onder de navigatieknoppen “Mijn vissen” en “Mijn waterplanten” toon of bespreek ik slechts de vissen en planten die ik zelf heb gehouden of nog heb. Er is zo verschrikkelijk veel materiaal en informatie beschikbaar op het internet dat het bijna arrogant zou zijn te denken daar nog iets aan toe te kunnen voegen.
Dierenspeciaalzaken
Dierenspeciaalzaken waar ik regelmatig kom om er de laatste nieuwe producten te vinden zijn: Romberg te Delft en Avonturia De Vogelkelder in Den Haag.
Forums
De laatste jaren worden forums steeds meer populair. Er zijn er een paar waar ik zelf ook zo nu en dan actief ben. Persoonlijk vind ik al die forums geen enkel probleem, maar er zou eigenlijk 1 groot landelijk centraal forum moeten zijn waar iedereen lid van is en de kleine forums zouden dan wat specifiekere doelen moeten dienen. Daar bedoel ik mee, dat zij zich richten op specifieke doelgroepen met hun eigen specialisme of regionaal of plaatselijk gebonden opereren. Het nadeel van al die forums is dat de informatie zo vreselijk wordt versnipperd. Daar staat dan meteen weer tegenover dat via de verschillende zoekmachines die informatie toch wel weer zonder al te veel problemen kan worden achterhaald. Ik heb er dus een beetje een dubbel gevoel bij. Zelf koppelde ik eerder ook een forum aan deze website, dat heb ik weggehaald omdat er vrijwel geen gebruik van werd gemaakt. Eventuele vragen kunt u altijd aan mij stellen met behulp van het contactformulier.